Stop 16: Oamaru
Dit stadje, ongeveer 100 km en noorden van Dunedin, heeft net als Dunedin een aantal gebouwen die uit Mergel opgetrokken zijn. Dit keer ging het om een haven in victoriaanse stijl. Vlak bij – of beter gezegd aan – deze haven lag de eigenlijke reden van ons bezoek, een kolonie van Pinguïns. Omdat we ons hadden laten vertellen dat pinguïns overdag op zee zaten gingen we ’s Avonds, net na het vallen van de duisternis, richting de plek waar de pinguïns aan land zouden komen. En dit met succes! Toen het al lang en breed donker was kwam de eerste groep pinguïns aan land, voorzichtig klommen ze de rotsen op richting hun schuilplekken. Een tiental minuten later kwam de tweede groep. Met een zelfde gemak klommen ze de rotsen op om naar hun nachtelijk verblijf in de bergen te gaan. Erg leuk om te zien. Na de tweede groep vonden we het tijd om naar de camper te lopen, die op ruim een half uur lopen stond. In de haven liep er echter een verdwaalde pinguïn rond, die op weg was naar de overkant van de weg. Zonder het beestje te storen konden we hem goed bekijken, slechts 30 cm groot! Na deze “pinguïn encounter” liepen we door het donker naar de camper toe, tijd voor weer een welverdiende nachtrust.
De volgende ochtend hebben we de haven bij licht nogmaals bekeken. Veel oude fabrieken, hallen en andere gebouwen. Daarnaast houden de plaatselijke kunstenaars blijkbaar van Steampunk, want dat is door het hele stadje te vinden. Aan de haven hebben we geluncht en zijn toen doorgereden naar de volgende stop.
Stop 17: Lake Tekapo
Net boven Oamaru ligt de Waitaki rivier, die via een serie van stuwdammen en waterkrachtcentrales zijn oorsprong vindt in Lake Tekapo. Laat dat toevallig onze volgende bestemming zijn. Via de weg langs de verschillende dammen komen we langs een zalmkwekerij waar ze heerlijke zalm verkochten. Toen onze buiken gevuld waren kwamen we aan bij het Takapomeer. Dit meer op zich is niet heel bijzonder, meer de omgeving waarin het licht. Om bij het meer te komen rijd je namelijk door een droog en dor gebied zonder maar iets van menselijke sporen (behalve de weg dan). Dit gebied is het “Dark Sky Reserve”, dat op de bordjes aangekondigd staan met de woorden “Enjoy the stars”. Dat was precies wat we gingen doen. ’s Avonds hadden we namelijk een anderhalf uur durende tour geboekt in een van de twee lokale observatoria. Met behulp van een erg enthousiaste gids keken we naar de sterren en planeten. Door de perfect heldere hemel en gebrek aan de maan konden we heel veel sterren, zelfs met het blote oog, zien. Door de telescoop zagen we onder andere Jupiter en Saturnus (met ringen!), alleen de poolster was onvindbaar 😉 . Uiteraard zagen we ook de sterrenbeelden, maar deze stonden helaas op zijn kop. Voor de oplettende kijker zie je op de foto toch verlichting. Dit is echter allemaal rood of oranje. Zo worden de sterrenkijkers niet gestoord. Een unieke ervaring in een van de donkerste gebieden op aarde.
Stop 18: Mt. Cook
De volgende stop was iets dat we eigenlijk al gezien hadden: Mt. Cook, hier ligt namelijk de Fox Gletsjer tegenaan. Deze keer bekeken we hem echter van de andere kant, net als de langste gletsjer van New Zealand: de (Abel) Tasman gletsjer. Om hier te komen moesten we een klein stukje omrijden en om Lake Pukaki heen. Dit meer is gevuld met het smeltwater van de gletsjer en dat van Lake Tekapo. Het is heel indrukwekkend om deze 3724 m hoge berg met zijn 180 gletsjers van dichtbij te zien. Daarnaast is het treurig dat de ooit ( 100 jaar geleden ) 80 km lange gletsjer inmiddels 24 km lang is en zo’n 300 tot 800 meter per jaar slinkt door de huidige klimaatveranderingen. Na deze berg en gletsjer van dichtbij te hebben gezien waren we beide op door de korte nacht die we hadden gehad en zochten we onze wildkampeerplek bij Lake Pukaki op. Hier zitten we nu te kijken naar de ondergaande zon.
bjarne 6 april 2017
hoi bjarne ik ben ook een bjarne