Op de negende dag van onze vakantie in New Zealand stond een reisdag op de planning. Om zoveel en zo lang mogelijk te kunnen genieten en voor de regenbuien in het weekend de gletsjer op te zijn geweest kozen we er voor om in een ruk door te rijden naar het dorpje Fox Glacier. Deze reis van bijna 500 km duurde door de nodige bergweggetjes, panoramafoto’s en koffiestops van 11 uur ’s morgens tot kwart voor 8 ’s avonds. Onderweg kwamen we onder andere langs een oude mijnbrug met ernaast een ruïne van wat ooit een florisant mijndorpje was. Erg leuk om hier eens doorheen te lopen. De weg vervolgde over de State Highways 6, 69, 7 en weer terug naar 6.
Had ik al verteld dat men in New Zealand slechts een aantal snelwegen kent die meer dan 2 banen telt (1 heen en 1 terug)? We hebben deze Motorways slechts ín Auckland en ín Wellington gezien. De rest bestaat uit de zogenaamde State Highways, waar net als de Motorways een maximale snelheid geld van 100 km/u, fietsers dezelfde rechten hebben als auto’s en waar bergweggetjes niet ontweken worden. Zo kan het dus zijn dat je op zo’n Highway een adviessnelheid krijgt aangegeven van 15 km/u, die met een camper maar amper te behalen is en het volgende moment je op de rem moet voor een fietser die naar boven fietst. Ook moet je er niet gek van staan te kijken als de tweebaans weg samengevoegd wordt naar een éénbaansweg. Dit staat gelukkig wel goed aangegeven op de weg met de woorden ”
ONE
WAY
BRIDGE (of lane natuurlijk)
”
Gelukkig zijn de Kiwi’s (dit keer de mensen) heel relaxed in het verkeer (zoals met alles eigenlijk). Men houdt altijd netjes 2 seconden afstand, wat voor voertuig er ook voor rijd. Zodra men 100 rijd en een bord 50 ziet staan, rijd men ten hoogte van dat bord ook 50 en wanneer men ingehaald wordt, gaat het ingehaalde voertuig netjes even half op de vluchtstrook rijden om een veiligere situatie te creëren.
Onderweg probeer je zo goed mogelijk op de tijd te letten, want rijden in het donker in New Zealand is mogelijk, ook toegestaan, maar vanwege de wat onvoorspelbare wegkwaliteit en -richting niet heel erg aanbevolen. Hierdoor hebben we onze laatste koffiestop wat korter gehouden om niet te gehaast te hoeven gaan rijden, want dat is helemaal niet nodig. Onderweg naar de Fox Glacier reden we netjes 90 waar je 100 mag, maar moesten we plots op de rem. Een schaap kwam namelijk even kijken welke kant hij uit moest en vond de State Highway wel een geschikte plek om op stil te staan. Toen het schaap zijn weg inmiddels had gevonden konden wij onze weg vervolgen langs de bergen, wouden en meren die zich stilaan klaarmaakten voor de nacht.
8 uur en drie kwartier nadat we vertrokken waren kwamen we aan op de camping. De eerste Barbecue van 2017 was een feit (ondanks dat het de koudste avond was die we hier meegemaakt hadden) en gespannen keken we uit naar de volgende dag, want er stond een helicoptervlucht en een wandeling op (je raad het nooit) de gletsjer op de planning.
Stop 8: Fox Glacier
Een drie uur durende wandeling op een gletsjer, iets wat José en ik nog nooit hadden gedaan. Om op de gletsjer te komen zouden we gebracht worden in een 7 persoons helikopter. Ook dit was erg spannend. Niet perse omdat José en ik dit ook nog nooit hadden gedaan, maar meer vanwege het weer. Toen we twee dagen eerder uit het Abel Tasman park vertrokken, hielden we de weersverwachtingen voor het dorpje Fox Glacier (ja, dat is echt de naam van het dorpje) goed in de gaten. De helicopters van de desbetreffende maatschappij mogen slechts tussen 7am en 7pm vliegen en enkel wanneer ze volledig zicht hebben, dit is dus niet het geval bij wolken of mist. De dagen na onze geplande heli-hike dag waren voorspeld met regen en harde wind, de dag van de hike zou wisselvallig zijn. Voordat we definitief zouden inchecken kregen we dus uitgebreid de refund-policy voorgeschoteld, met eventueel de optie om te cancellen. Gelukkig echter was het wolkendek hoog genoeg om te kunnen opstijgen. Nadat we onze warme waterdichte kleding en bergschoenen hadden aangetrokken stegen we op richting de Gletsjer. Van bovenaf zochten we naar de plek om te landen, zo groot leek de gletsjer immers niet… totdat we mensen zagen lopen. Toen pas werdt de schaal van de gletsjer (12 km lang, ruim 800 m breed en meer dan 200 m diep) duidelijk. De mensen op de gletsjer leken wel mieren! Zelfs op de gletsjer was de schaal heel slecht in te schatten. Wat een immens grote vlakte ijs. Nadat we onze crampons (bij gebrek aan een Nederlands woord?) aan hadden getrokken begeleidde de New Zealandse gids ons met behulp van zijn pikhouweel langs alle gevaarlijke gaten, dunne ijsschotsen en steile afdalingen. We hebben op, onder, tussen en in de gletsjer kunnen kijken en een hele berg informatie gekregen over hoe de verschillende onderdelen van de gletsjer heten en tot stand komen. Na een rondje van ongeveer een kilometer gelopen te hebben moesten we ons weer terug naar het heliplatform begeven. Helaas zat onze dag erop, maar gelukkig kregen we nog een helicoptervlucht terug naar het dal als toetje. ‘S avonds voor de tweede maal gebarbecued (want het vlees moest op, want dit verkopen ze niet in verpakkingen kleiner dan 6 stuks) en de dag erop de gletsjervallei met de camper en te voet benaderd.
Op weg naar de volgende stop (lake Wanaka) sloegen we even af om in de vallei van de Fox gletsjer te kijken. Na veel bordjes gepasseerd te hebben (“hier was de gletsjer in 1734”) hebben we de camper neergezet op de parkeerplaats in de vallei. Hier word pas de schaal van de gletsjer duidelijk. Als je kijkt naar de boomrand zie je pas hoe groot de gletsjer is/was. We namen het looppad richting de gletsjer, rondom ons heen zagen we een hele berg stenen en keien liggen. De gids had ons de dag ervoor verteld dat er bijna dagelijks onverwacht stenen naar beneden rollen. We liepen de vallei in tot aan het veilige punt en keerden toen om. In tegenstelling tot vele andere toeristen die het verhaal van het overleden Duitste stel (in dezelfde vallei) door vallende rotsen niet kenden. We hadden een mooie indruk gekregen van het formaat van de gletsjer en vervolgen onze tocht richting Lake Wanaka.
(Eigenlijk geen) Stop 9:
We hadden afgesproken de route naar Lake Wanaka anders aan te pakken dan de route van het Abel Tasman park naar de gletsjer: we namen onze tijd. Dat kon ook, want in tegenstelling tot de voorspelde regen was er geen wolkje aan de lucht en stond het zonnetje fier aan de hemel. Over het stuk van nog geen 200 kilometer hebben we uiteindelijk de hele dag gedaan. Bij ongeveer elk uitkijkpunt zijn we gestopt. We hebben een stukje gewandeld langs het strand (en voor de tweede keer deze vakantie dolfijnen gezien), hebben meerdere watervallen gezien, hebben een bezoekerscentrum bezocht, hebben geluncht langs een mooi meer en hebben gelachen om mensen die van een brug sprongen in ijskoud gletsjerwater (overigens mooi blauw). Al met al een mooie dag waarbij de reis inmiddels alweer vergeten is.
Stop 10: Lake Wanaka
De dag eindigde met een mooie campeerplaats met voorzieningen zonder receptie. Om hier te verblijven vul je een kaartje met gegevens in, stop je het geld in een zakje in een betaalzuil en leg je het bijbehorende kaartje onder je voorruit. Deze campeerplaats lag op het strand van Lake Wanaka. Nadat we hadden geparkeerd en hadden gegeten liepen we het strand op om de zonsondergang te bekijken. Helaas was een vest met muts benodigd. Niet vanwege de kou, maar vanwege zandvliegen.
Voor degenen die deze aardige beestjes niet kennen: Qua irritatiefactor zitten ze 100x boven de mug en daar kun je deze insectjes ook mee vergelijken. Wanneer ze je steken doet het even zeer, maar daarna is het naeffect hetzelfde als van een mug. Het meest vervelende van deze ongelooflijke monsters is dat je ze niet aan hoort komen, niet voelt totdat ze je steken en wanneer je blootgesteld wordt, je er ook gelijk minstens 5 op je arm hebt zitten. Tot zover dit intermezzo.
Het uitzicht was prachtig. De zon ging onder achter de bergen en wat overbleef was een schitterend rustig meer temidden van vele bergen (en dus die zandvliegen 🙁 ). Toen de zon onder was en wij ons toetje en warme chocomel achter de kiezen hadden gingen we opnieuw naar buiten. Het landschap bleef, maar naast de bergen en het meer was er inmiddels nog meer moois te zien: een sterrenhemel. New Zealand – en specifieker dit gebied – is een van de donkerste plekken op aarde. Aan de hemel zijn dus miljoenen, zo niet miljarden sterren te zien. Als je in New Zealand bent ga je als je niet kunt slapen dus sterren tellen in plaats van schaapjes.
Stop 11: Het National Toy & Transport museum
De volgende ochtend werden we wakker met een onaangenaam geluid. Het dak begon te tikken, en dat kon maar één ding betekenen: regen. De regen die al voor vrijdag aangekondigd was kwam dus op zondag het land binnentrekken. Toen we snel het dak dichtgedaan hadden (want die stond open voor ventilatie) sliepen we nog even verder en toen het licht was geworden zochten we in de Lonely planet naar een overdekte dagbesteding. Dan kom je al snel uit bij een Museum. De musea in Wanaka zijn op één hand, of eigenlijk twee vingers te tellen: het Toy & Transport museum en het Puzzlepoint. Toen bleek dat het Puzzlepoint een plek was om te puzzelen was de keuze voor het Speelgoed- & Transportmuseum snel gemaakt.
Nadat we genoten hadden van een kopje cappuccino (die kunnen ze hier in N-Z wel maken) en warme chocomel traden we binnen in het museum. De eerste hal was netjes overzichtelijk geordend op type speelgoed, soort thema of soorten miniatuur transportmiddelen. Toen echter achterin ook klassieke naaimachines opgesteld waren fronsten we onze wenkbrauwen. We lieten de eerste hal met goed gedocumenteerde museumstukken achter ons en zagen tot onze vreugde dat buiten het zonnetje alweer tussen de wolken doorscheen.
Toen we de deur van de tweede hal/hangar (het museum was een oud stuk van het plaatselijke vliegveld) opensloegen barstten we bijna in lachen uit. De twee thema’s Toy’s en Transport werden in deze hal met elkaar verweven. De hal stond volgepropt met allerhande voertuigen (overigens een aantal zeer mooie exemplaren). Achter de stuur van elk voertuig zat echter minstens één knuffeldier. Daarnaast had de eigenaar van het museum blijkbaar een andere definitie van speelgoed en transport in gedachten dan wij. De hal was namelijk -naast de te verwachten artikelen – volgeladen met bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend: een ruime collectie theelepeltjes, televisietoestellen, naaimachines, landbouwwerktuigen, defentiematerieel, radioapparatuur, koffiemolens, satellietontvangers en weegschalen. Natuurlijk stond alles netjes naast elkaar geparkeerd of geplaatst, maar af en toe konden ze er niet onderuit om auto’s (en andere items) op elkaar te plaatsen.
De derde hal was gelukkig meer geordend, hier stonden slechts vliegtuigen en rijdende voertuigen. Wel was men vergeten een wandelpad te maken van de in- naar de uitgang.
Al met al een leuk museum om te zien. Gelukkig is men bezig met het bouwen van een vijfde gebouw met vier verdiepingen, hier kunnen ze vast ook de collectie vishaakjes kwijt die ze mogelijk gaan aanleggen.
Stop 12: Wanaka
Omdat het weer wat beter was geworden zijn we teruggereden naar Wanaka, om daar het plaatselijke dorpje nog even wat beter te bekijken. Behalve excursies naar andere plaatsen en de gebruikelijke huurmogelijkheden (mountainbikes, waterfietsen e.d.) had het plaatje een aardig centum waar we even rondgewandeld en geluncht hebben. Rond 15 u vonden we het tijd om naar de volgende stop te rijden: Queenstown, de plaats waar het bungeejumpen en skydiven uitgevonden is. Over een mooi bergweggetje reden we er heen terwijl de regen weer begon te vallen. Inmiddels zijn we aangekomen in Queenstown waar de regen nog even doorspettert op het dak van de camper. Mooi om bij in slaap te vallen.
Ps. De foto’s bij dit stukje zijn snel uitgezocht en niet perse de beste uit de serie. Zodra we weer in Nederland zijn zal ik de juiste foto’s bij het artikel plaatsen.