Bjarne.nl

New Zealand – de eerste paar dagen

Na maanden wachten en twee hele lange vluchten was is het dan zover, onze vakantie naar New Zealand. Nadat we door de douane heen waren (wat ging dat soepel na alle hororverhalen), konden we beginnen aan onze reis: Een hotelovernachting in het Ibis budgethotel naast het vliegveld, want slaap hadden we toch wel nodig. De volgende ochtend hebben we na het ontbijt de shuttle naar de camperverhuur gebel en 20 minuten later zaten we in een busje. Eenmaal aangekomen bij de verhuur hebben we – nadat we een dozijn extra verzekeringen en opties afgeslagen hadden – zowel de onderkant, bovenkant, binnen- als buitenkant uitvoerig uitgelegd gekregen en geïnspecteerd. Eind goed, al goed; maandagochtend in Nederland vertrokken en woensdag rond 11u konden we beginnen aan onze roadtrip door het land van de Kiwi’s (nee, geen fruit!)

Stop 1: Auckland

… want we zijn er nu toch. Op ons lijstje was dit een highlight om af te strepen. We hadden vooraf wat informatie opgezocht en we moesten toch zeker de Sky Tower niet overslaan. Zo gezegd, zo gedaan en dus vertrokken we vol goede moed in de 7.15m bus, met automatische versnellingsbak en het stuur aan de rechterkant zó het drukke stadsverkeer in. Hoewel Auckland ruim de helft van alle Kiwi’s (nee, nog steeds geen fruit) herbergt, voelde Auckland meer aan als een gemiddelde provinciestad als de grootste stad van het land. Geen files, gewoon door kunnen rijden en voldoende parkeerplek… althans… voor personenauto’s. Wat ons meteen al opviel was dat we de parkeergarages konden overslaan. Maximaal 2m40 doorrijhoogte, dat gaat hem dus niet worden. Daarnaast hebben de onoverdekte parkeerplaatsen die we gezien hebben allemaal slechts één in-uitrit: Niet handig, want keren met zo’n gevaarte tussen de geparkeerde auto’s (die allemaal nèt niet in hun vak staan) is niet handig. Afijn, na eindelijk een parkeerplek naast de weg gevonden te hebben vertrokken we met de lift – met glazen bodem – naar de 51e verdieping van de Sky Tower.

Wat een uitzicht! Van boven is het wederom goed te zien dat Auckland heel ruim opgezet is; veel groen, brede wegen en relatief weinig hoogbouw. Dat midden tussen de bergen, heuvels en water is het er aangenaam vertoeven. Dan op weg naar een museum- want die zouden gratis zijn, is ons verteld. Het oorlogsmuseum dan maar: Een mooi namaakt gebouw uit de oudheid op een heuvel, dat moesten we zien. Gelijk maar naar binnen: $30,- voor een kaartje. Bedankt, maar dat doen we wel een keer als we er wèl de hele dag tijd voor hebben. Wij dus maar naar buiten en genoten van het uitzicht. Vervolgens maar de Lonely Planet erbij bepakt, en gezien dat het kunstmuseum wel gratis was. Daar dus maar heen gelopen door een van de vele parken die Auckland rijk is, met als leuke tussenstop een wintertuin met enkele vleesetende planten. Het museum is vergelijkbaar met de Pond in Tilburg. Wel leuk om een keer gezien te hebben. Als laatste nog even naar Cornwall Park gegaan en wat gewandeld en vervolgens richting The Coromandel gereden, dat we de volgende dag wilde gaan bezoeken.

Het grote voordeel van een Self contained Camper is dat je op veel meer plaatsen kunt staan dan een Camper zonder douche en toilet. Waar je daarbij rekening mee moet houden is dat er ook. Restricties zijn aan het aantal plaatsen waar je met zo’n camper mag staan. Een voorbeeld:

We dachten dat het handig was om al een flink eind richting The Coromandel te rijden om zo onze kostbare tijd niet verloren te laten gaan. Dus nadat we onderweg even gegeten hadden bij een restaurantje, gingen we op zoek naar een geschikte plek om te kamperen. Helaas bestaat vrijwel de gehele weg tussen het restaurantje en the Coromandel uit de haarspeldbochten die je kent uit de Alpen. Daar kun je dus niet staan. Wij dus doorgereden totdat we uitkomen bij een mooie open parkeerplaats. Ware het niet dat hier een bordje staat “Camping prohibited”, dit omdat we inmiddels uitgekomen waren in een van de nationale parken van het land. Toen we eenmaal een afgesloten weg hadden omzeild (want: overspoeld) hadden we eindelijk een mooie plek bij een meer gevonden. Snel de tanden gepoetst en gaan slapen, midden in de natuur!

Stop 2: The Coromandel 

Eenmaal opgestaan zagen we voor het eerst hoe mooi wildkamperen kan zijn. Midden in de natuur werden we wakker, aten we ons broodje langs het meer en genoten we van het uitzicht. Maar niet voor lang, want het volgende avontuur lag op ons te wachten. Rond 9.30 hadden we onze spullen ingepakt en waren we klaar om richting het groots geadverteerde natuurgebied te gaan: The Coromandel. Nadat we opnieuw om de wegversperring heen hadden gereden kwamen we aan bij ons eerste doel: Hot water beach. Allereerst hebben we voor onze nachtrust hier een campeerplek gereserveerd en zijn vervolgens gewapend met zwemkleren en een (gehuurd) schepje richting het strand gelopen. Hier aangekomen was het niet moeilijk de letterlijke hotspots te vinden. Tientallen, zoniet honderden toeristen zaten hier in hun zelf gegraven kuilen. Het principe is hier namelijk dat wanneer je tijdens eb op de juiste plaats in het zand graaft, er water tot wel 65 graden uit de grond sijpelt. In tegenstelling tot de bekende zwavelbaden hangt hier geen zwavelgeur, dus afgezien van het zand is het net een warm ligbad. Dit afgewisseld met een lekker verfrissende duik is het ideaal om een middagje te vertoeven.

Dag twee van the Coromandel behelsde een ruim 3 uur durende wandeltocht (retour) naar de Cathedral Cove. Een door het water uitgesijpelde grot in de vormt van een kathedraal. Voor de filmliefhebbers: hier zijn een aantal scenes uit de Narnia-films opgenomen. Een mooi stukje natuurschoon, maar niet te vergelijken met het uitzicht dat je hebt nadat je vervolgens honderd meter omhoog bent geklommen en het (niet drukbezochte) uitzichtplateau bezoekt. WAT EEN UITZICHT!

Na deze mooie wandeltocht door schitterende stukken oerwoud-achtste gebieden was het tijd voor een autorit door Alpen-achtige bergweggetjes. De maximumsnelheid is hier 100km/u, maar je bent af en toe blij als je op sommige plekken de 30 haalt. Zoals van tevoren ons al werd verteld is het landschap zo veranderlijk als het weer in Nederland, dus even later waan je jezelf in plattelands-Frankrijk, of in Nederland – inclusief de zwart-witte koeien – of rijd je door een Indonesisch oerwoud. Ons einddoel van de dag was een campeerplaats bij een restaurant, waar je met een camper mag staan. Helaas waren de plaatjes mooier (en rustgevender) dan de werkelijkheid en uiteindelijk besloten we niet voor de gravel-parkeerplaats bij een all-you-can-eat event-center achting ding te gaan staan, maar voor de veilige optie: een camping mét zwembad te gaan. Hier heerlijk zelf vis gebakken en voor het slapen gaan nog even gezwommen in het zoutwater-zwembad. Heurlijk.

Stop 3: de Waitomo glowworm caves

Grotten, die kennen we nog wel uit Frankrijk, maar met lichtgevende beestjes erin kende ik nog niet. Dat moesten we zien! Nadat we de camping uit waren parkeerden we de camper hemelsbreed 50 meter verderop en maakten we onze booking bij Caveworld. Onder begeleiding van gids Ross liepen we de grot binnen. Zo min mogelijk licht, om zoveel mogelijk gloeiwormen te zien. Aan mij werd het advies gegeven te bukken aangezien zo’n 10 cm onder het 1.80m hoge plafond nog “spinnenwebben” van de gloeiwormen hingen die ze gebruiken om insectjes te vangen. Goede TIP! Toen onze ogen inmiddels aan het licht gewend waren zagen we er steeds meer. Hoewel er enkele al vanaf het begin zichtbaar waren, zijn er ook wormen die hun lichtjes wat dempen zodra ze geen erge honger hebben, zo gebruiken ze minder energie. Slimme beestjes! Al met al een erg mooie ervaring met een lekker kopje Kawa Kawa thee aan het einde.

Op naar de volgende halte:

Stop 4: Geotermisch Rotorua

Na weer een ruime twee uur rijden, met een tussenstop bij een stuwdam en bijbehorende 150 m lange hangbrug, kwamen we tegen half 5 aan bij Rotorua. Dit stadje ruikt al naar volkaan/zwavel als je het binnen rijd, dus vol goede moed reden we naar de plek waar verschillende geisers te zien zouden zijn. Helaas voor ons sloot het park tegen 6u, dus besloten we de volgende dag verder te gaan. Wat restte is dus een wandeling langs het meer en een etentje bij een steengril-restaurant. Inmiddels staan we op de parkeerplaats bij het meer en terwijl ik dit schijf is het donker geworden en zijn de bussen vol met Koreanen inmiddels vertrokken. Lekker rustig dus en tijd om te gaan slapen. Morgen weer een dag vol avontuur.

Ps. De foto’s bij dit stukje zijn snel uitgezocht en niet perse de beste uit de serie. Zodra we weer in Nederland zijn zal ik de juiste foto’s bij het artikel plaatsen.

Verder Bericht

Vorige Bericht

2 Reacties

  1. Naomi Meijer 18 maart 2017

    Hey Bjarne en José,
    Wat ontzettend leuk om gezellig mee te kijken/lezen bij jullie avonturen in Nieuw-Zeeland! Wist helemaal niet dat jullie van de week al vertrokken waren!
    Geniet lekker van de vakantie en van elkaar!!
    Ben benieuwd naar het volgende stukje 😉

    Liefs xx
    Naomi

  2. Ria de bont 19 maart 2017

    Leuk verhaal Jose en Bjarne. Geniet ervan. ik ben benieuwd naar het volgende verslag.
    gr. ria

© 2024 Bjarne.nl

Thema door Anders Norén